
Ooit, ik denk dat ik een jaar of dertien was, vroeg ik aan mijn lievelingstante, die voor mijn gevoel natuurlijk al oud was, of ze nog steeds hetzelfde denkt als toen ze jong was. Daar was ik toch wel heel nieuwsgierig naar. Fysiek mankeerde ze wel het een en ander, maar ze was altijd blij en opgeruimd.
Ze schoot in de lach. Dat vond ik altijd zo leuk aan haar, dat ze zo'n ondeugende lach had, met van die twinkel oogjes. 'Ja hoor,' zei ze. 'Ik ben in mijn hoofd nog precies hetzelfde als vroeger'.
Ik was daar toen heel blij om, te weten dat je nooit zou veranderen. Niet wetende of maar een seconde bij stil stond, dat er in alle jaren die zouden volgen, nog heel wat zou kunnen gebeuren. Ik leefde toen gewoon van dag naar dag en dacht er niet eens aan wat ik later zou willen.
Goh, wat kun je als kind lekker naïef zijn, als je nog niets hebt meegemaakt. Even buiten de angstige jaren wat het spirituele betreft, had ik alles. Een heerlijk thuis. Altijd buiten in de natuur. Vrijheid, zeg maar.
Oké, het ouder worden heeft fysiek natuurlijk wel wat consequenties. Haha, ik hoef alleen maar in de spiegel te kijken. Wat ooit zo lekker glad en strak was, is nu toch al een behoorlijk stuk slapper. Je kaaklijn is je kaaklijn niet meer. Het wordt allemaal toch wat flubberiger. En als ik naar m'n slappe nek kijk denk ik, als ik óóit geld óver heb (wat waarschijnlijk toch niet gaat gebeuren) is dat het énige dat ik strak wil laten trekken. Daar zie je tóch niks van. Alleen een litteken aan de achterkant. Verder zou ik om de dooie dood niet durven.
Laatst zag ik ook foto's 'voor en na' van een Amerikaanse actrice. Ze was zo móói! Echt erg hoe ze er nu uitziet. Bij haar ogen was het zo strak weggetrokken, dat haar oogranden bijna naar buiten puilden. Alsof ze net gehuild had. En dan die mond. Dat schijnt toch wel een dingetje te zijn om dat goed te krijgen. Door opvulling op latere leeftijd, brengt dat toch vaak vervormingen met zich mee en dat was bij haar ook het geval. De vorm kon je geen lippen meer noemen.
Maar goed, buiten dat, zeg ik weleens tegen mijn zus: 'Het lijkt wel of mijn wangen aan de binnenkant ook slapper worden, want ik bijt er onderhand tien keer per maand op'. We liggen er samen gelukkig over in een deuk. Ook mijn motoriek wordt onhandiger pffff. Ik merk dat ik automatisch toch beter oplet waar ik mijn voeten neerzet. Je denkt dat je je kan blijven bewegen zoals je altijd gedaan hebt, maar je ligt veel eerder op je toet. Net als vanmiddag weer. Ik loop met de hond naar het hek en het valt me eigenlijk op dat het openstaat, wat normaal gesproken niet zo is. Had ik dat maar niet gedaan... Ik voelde dat mijn voet werd tegengehouden door een snoer dat op de grond lag en ja hoor, languit... Ook onverwachte, normale bewegingen, kan het zó maar in je rug schieten. Regelmatig bezoek aan de chiropractor is daarom geen overbodige luxe.
Afgelopen week nog. Twee van de honden waren in de paddock weer eens lekker bezig. Die grote pakt iedere keer onze Tibetaan, die zo'n lekkere bos haar heeft. Ik loop er naartoe om ze uit elkaar te halen en op één of andere manier val ik bafff, op mijn knieën. Daar zit ik dan en mijn zus natuurlijk helemaal in een deuk. Ook het weer opstaan als je een poosje op je hurken of knieën hebt gezeten, gaat echt niet meer vanzelf. Ik ben maar weer eens begonnen aan de kniebuigingen. De eerste keer kon ik er hoogstens 5, maar zit nu al aan de 20. Er ís nog hoop.
Ik hoor mijn moeder (toen ze nog leefde en oud was) nóg zeggen, als ik weer moest lachen terwijl ze weer eens op haar knieën zat en ik haar overeind moest helpen: 'Lach jij maar! Wacht maar als je zelf oud wordt'. Gelukkig kon ze er zelf ook altijd om lachen.
Ook dat je soms inééns niet op een normaal woord kan komen. Of iemand op tv, waarvan je niet meer op de naam kan komen. Dan zitten we met z'n drieën aan tafel en kijken elkaar aan en schieten allemaal in de lach als het weer zover is. Ja, we hebben het alle drie. Mijn zwager maakte het een poosje geleden helemaal bont. Die belt mijn zus en vraagt of zij zijn telefoon heeft gezien. Hij was 'm kwijt, zei die. Zegt mijn zus: 'Ik bel je wel even, misschien...?' Toen viel het kwartje. We hebben nog nooit zo hard gelachen.
Maar waar ik dus wél heel erg blij mee ben met het ouder worden, is de innerlijke kracht die je na verloop van de jaren opbouwt. Ze zeggen weleens 'waar je niet dood aan gaat, maakt je sterker'. Ik weet wel zeker dat dat klopt als een bus. Als ik dan kijk naar het verleden, waarin ik snel van slag was als ik om welke reden danook gekwetst werd. Dat is het nadeel van overgevoeligheid. Zette mijn vader vroeger het nummer van Flappie op, dan huilde ik al. Deed ie natuurlijk om me te plagen.
Toen ik jong was ben ik lange tijd niet blij met mezelf geweest. Ik was te mager, ik had knietjes die naar achteren stonden, ik was verlegen en onzeker. Als ik dan járen later van vroegere klasgenoten hoorde dat ze jaloers op me waren, viel ik steil achterover. Wat ik ook raar vond bij een schoolreünie, dat mijn vroegere onderwijzer mij heel aandachtig aankeek. 'Die nek heb je nog stééds...' ??? Hoezo dát dan? Plotseling besefte ik dat ie dat gezien had als arrogantie, maar die lange nek had ik gewoon. Nét als mijn moeder. Ze noemden haar ook altijd een statige vrouw. Maar met arrogantie had het totáál niets te maken. Hoe kan je onzeker zijn én arrogant??
Ooit met een elftal uitje met aanhang. Een dagje Preston Palace. Een héle leuke, gezellige dag en héél veel gelachen. In de bus terug naar huis zat ik naast één van de voetbalvrouwen, waar ik nog gezellig mee na kletste. Zegt ze ineens: 'Goh, wij dachten altijd dat jij zo'n kenau was, maar je bent precies hetzelfde als wij!' Ik heb haar geloof ik zó blauw aangekeken dat ze weer in de lach schoot. 'Waarom zou ik in vrédesnaam anders zijn dan jullie??' vroeg ik. 'Dat ís ook niet zo!' lachte ze. Ook weer zoiets. Ik heb me nóóit meer gevoeld dan een ander. Waarom zóu ik?? Ik voel me heel gewoon, net als ieder ander. Leek ik door mijn lange nek arrogant? Was mijn uitdrukking zo? Ik zou het niet weten. Het enige dat ik weet is dat ik me héél gemiddeld voel.
De grootste fout die ik maakte, was dat ik dacht dat anderen hetzelfde dachten als ik. Ik hield ook meteen mijn mond als iemand een andere mening had. Dacht dat ik het helemaal bij het verkeerde eind had. Als ik straf op school kreeg was ik helemaal lamgeslagen, omdat ik juist in mijn eigen coconnetje leefde en me zo stil mogelijk hield.
Maar het verbaasd jezelf achteraf, hoe je doorzette in een relatie waarin je alleen maar werkte, overal alleen voor stond en er nooit eens gevraagd werd hoe het eigenlijk met je ging. Van problemen wilde hij niets weten, want hij had al genoeg aan z'n hoofd. Ik viel in de zomervakantie een hersenschudding, waardoor ik twee weken op bed lag. Geen kopje théé kon er vanaf. Het zwaar overspannen worden, wat twee jaar duurde. Het slapen van twee uurtjes per nacht, omdat je zenuwen op hoogspanning staan. Echt verschrikkelijk. En géén begrip of medeleven. Dat is zwaar. Héél zwaar. En dan van de bedrijfsarts na zes weken weer aan het werk moeten...
Niet zo vreemd hoor, dat je dan verliefd wordt op een ander. Die je wél begrijpt en waar je goed mee kan praten. Er voor je is als het minder met je gaat. Een ziekte van Lyme oploopt, waar je vier jaar mee loopt en per dag moeier en moeier wordt. Op een ochtend wakker wordt en je je armen en benen niet meer kunt bewegen. Artsen die het aan stress ophangen. Gelukkig was mijn man toen natuurgenezer en door een collega van hem werd het ontdekt, en die genas me.
Maar na verloop van tijd bleek ook díe relatie geen haleluja. Na een relatie van geestelijke verwaarlozing, bleek ik een man te hebben die alles deed op zíjn manier. Dat is natuurlijk prima als dat om hem zelf gaat, maar hij bepaalde ook voor mij. Met wie ik omging. Als ik verdriet had om mijn overleden hond en direct weer een andere wilde, werd dat meteen in de kiem gesmoord. Wilde ik de hond meenemen op vakantie en hij het niet wilde, dan gebeurde het ook niet.
Hij vond het onzin dat ik acht uur slaap nodig had. Zonde van de tijd, zei hij dan. En ik maar moe zijn. Alsof ik dat niet al zó lang had meegemaakt, het op m'n tandvlees lopen. Ook zijn vader had er een behoorlijk handje van om de baas te spelen. Zijn moeder zei dus nooit iets.
Langzamerhand, dat duurde zo'n vijftien jaar, voelde ik me steeds onzekerder. Ik voelde me in een kooitje geplaatst. Het altijd aanpassen ging me opbreken. Ik was nog een schim van mezelf. Alles draaide om hem. Als hij het maar naar zijn zin had. Of ik me aanpaste daaraan, kwam niet in hem op. Als ik er iets van ging zeggen, keek hij me verdwaasd aan en snapte niet waar ik het over had. Ook al legde ik het uit dat ik me opgesloten voelde, dan had ik volgens hem alles wat mijn hartje begeerde en was ik geestelijk in de war...
En dát was iets wat bij mij iets deed knappen. Ik besloot me kost wat kost uit die wurggreep te ontworstelen. Ik was een zelfstandige, volwassen vrouw en dat zou ik laten zien ook. Het kostte me best een aantal jaren. Voorheen was hij altijd chagrijnig als ik naar mijn zus ging en we gingen een middagje winkelen. Boos als ik iets te laat thuis kwam. Niet overdreven, maar de tijden dat ik even weg wilde waar hij op tegen was, ging ik tóch doen. Na twee jaar discussies over het wel of niet nemen van een hond, ging ik zelf op zoek en kocht twee kleine hondjes, inplaats van één grote. Ik vond het een prachtige invulling.
Er was ook nóóit iets waar hij me mee complimenteerde. Als ik een boek schreef en hij las het, kon het altijd beter. Elke oplossing voor wélk probleem danook, was nooit goed. Het kon altijd beter. Je had het beter zó kunnen doen... Hij was de meester, ik de leerling.
Stap voor stap won ik terug waar ik als zelfstandig mens recht op had. Nee, hij was niet blij, maar inplaats daarvan werd ík eens blij. Het ging me steeds meer dagen, dat ik zijn bezit was en geen vrij mens. Na slapeloze nachten door zijn gesnurk en een sissend en pompend apneu-apparaat, besloot ik in een andere kamer te gaan slapen, waar ik tot rust kon komen en kon slápen. Ik begon langzaam op te knappen en weer mens te worden, terwijl hij steeds stiller werd...
Ik liet zien hoe het hoorde te zijn in een relatie. Samen, maar wel als unieke individuen. Ik voelde me opgelucht. Hij niet. Hij trok zich terug. Werd slachtoffer van zijn eigen denkpatronen. Had niet gehoeven, maar het gebeurde wel.
Tot hij ziek werd. Ik zorgde voor hem. Hij zei niets. Vond dat ik wel erg zelfstandig was geworden, wat ik weerlegde met de woorden: Dat was ik al. Ik ben gewoon mezelf weer. Hij begreep het nog steeds niet, maar verzwolg in zijn ziek zijn. Tot hij na drie zware operaties, ineens besloot een loopband te kopen om weer wat conditie op te doen.
Ik wíst dat dat gevaarlijk zou zijn, na drie stents na een aorta scheuring. Er zou teveel druk komen te staan op het laatste stukje dat niet gestent kon worden. Ik heb het zelfs nog gezegd, dat het niet verstandig was, maar hij wilde er niets van weten.
Twee weken later knapte het laatste stukje aorta, wat zijn dood werd...
Jaren later ontmoette ik iemand waarvan ik dacht: Dit is mijn maatje! We konden lachen samen, elkaar aankijken en hetzelfde zien of denken, hield ook van dieren... Na een half jaar kwam de klap: Ptss. Zijn ex ging vreemd en hij betrapte ze in hun eigen huis. De man in kwestie sloeg hij een gebroken kaak en jukbeenderen. Toen bleek dat hij een meester in het kickboxen was, werd hem dat zwaar aangerekend. Twee jaar cel...
Hij gaf zelf ook aan na dat half jaar, dat hij eigenlijk nog helemaal niet toe was aan een relatie. Wat in het begin allemaal vanzelfsprekend leek, ging langzamerhand bij hem over in het zich terugtrekken. Hij ging steeds minder praten en lachte niet meer. Kroop steeds verder in z'n eigen cocon. Ik stelde nog voor om er samen uit te komen, maar ik zag aan hem dat het niet ging lukken. Het deed pijn, maar het was onvermijdelijk.
Toen was ik er klaar mee. Ik besefte dat velen op latere leeftijd een rugzak meedroegen. Ik was er klaar mee om teleurgesteld te worden. Ik zal altijd in liefde blijven geloven, maar niet voor mij. Ik vind het nog steeds fantastisch als oudere mensen nog steeds bij elkaar zijn en nog steeds gek op elkaar. Dat vind ik zó ontroerend.
Mijn vader was al overleden en twee jaar na mijn man overleed mijn moeder. Drie jaar geleden mijn jongste zus. Ik had het op jongere leeftijd niet kunnen verwerken. Op latere leeftijd ga je er compleet anders mee om. Tenminste wat mezelf betreft. Als het zover is, heb je natuurlijk even verdriet, maar dan komt al heel snel het relativeren. Je gúnt het ze, omdat het fysieke leven nou eenmaal niet meer kan. Het is genoeg geweest voor ze. Je moet ze niet kost wat kost willen houden, terwijl hun leven zo beperkt is geworden.
- Aanpassen is niet erg, maar let erop dat het geen regelmaat wordt.
- Blijf je eigen verlangens niet onderdrukken.
- Blijf je eigen, unieke persoonlijkheid. Áltijd!
- Besef wat het met je kan doen als je altijd toegeeft.
- Jij bent nét zo belangrijk als de ander.
Nú, elf jaar later, ben ik nog steeds single en het bevalt me prima. Ik had het nooit verwacht van mezelf, dat ik daar blij mee zou zijn. Ik leef mijn leven nu samen met mijn zus en haar man, waar we alle drie voldoening uit halen. Het heeft er natuurlijk wel mee te maken dat we nu een stuk ouder zijn. Mijn zus en haar man beiden 68 en ik 65.
Het geeft rust en ongedwongenheid. Je neemt het leven veel minder serieus. We leven op het platteland met de dieren en kan me niets beter bedenken. En dát is toch het meest heerlijk aan het ouder worden. Weten wat het leven inhoudt, met al z'n ups en downs en daar van geleerd hebben. Ja, voor mij is het leven een aaneenschakeling van lessen. Dat je leert om jezelf te vinden en te zijn. Ik ben voorlopig niet van plan om dood te gaan, dus zullen er echt nog wel uitdagingen op mijn pad komen. Met alles wat ik overwonnen heb, moet dat geen probleem zijn.
Ik ben nu wie ik van oorsprong ben. Nog steeds overgevoelig, maar dat zie ik nu als een geschenk. Ik voel hoe een ander zich voelt en zie of iemand de waarheid spreekt. Ik voel direct als iemand probeert me te domineren en hou mijn mond niet meer. Soms als iemand zich kwetsend uitlaat, kom ik in de verdediging óf ik houd mijn mond en denk: laat ik maar de wijste zijn. Meestal wil een ander zich bewijzen. Ook accepteer ik dat anderen me altijd anders inschatten dan ik werkelijk ben. Ik zou nooit een vriend of vriendin kwetsen of wie danook. Niet bewust in elk geval. Het is ook niet nodig, want er is niemand hetzelfde.
Ik vraag me zelfs nu nog weleens af, waarom ik altijd mensen tegemoet kom. Ook tijdens mijn werk, spreek ik mensen genoeg. Meestal hele lieve mensen. Maar er zijn er ook die alleen maar zwart/wit denken en daar heb ik nog steeds moeite mee. Niets is zwart/wit. Als iemand mij een vraag stelt, willen ze alleen een duidelijk 'ja' of 'nee'. In mijn beleving bestaat dat bijna niet. Er zijn áltijd nuances. Een probleem is vaak op te lossen vanuit verschillende invalshoeken. Het hoeft niet altijd op de geijkte manier.
Elk mens uit zich anders. De één kapt meteen een onderwerp af, omdat de ander het er niet mee eens is. De ander probeert te begrijpen. Inzicht te krijgen hoe iemand denkt. Waaróm iemand zo denkt. Om welke reden reageert iemand fel. Ik voel al snel of iemand gewoon wil praten of me wil domineren. Mensen die dénken iemand te helpen en het verschil niet zien of ze iemand helpen of zich ergens mee bemoeien, terwijl iemand niet om hulp vraagt. Er zijn mensen die altijd gelijk willen hebben en net zo lang doorgaan tot ze dat ook krijgen. Ik heb geleerd, om oeverloze monologen af te kappen, door ze gelijk te geven, maar ook te zeggen dat ik er anders over denk.
Ik vind het ook altijd moeilijk als mensen negatief in het leven staan. Bij alles een 'als' hebben. Altijd een doemscenario hebben. Hoop en er positief aan werken is voor mij de enige oplossing. Ik kan me niet neerleggen bij een probleem. Dat moet en zál ik oplossen. Je hebt één leven en als je bij elke tegenslag bij de pakken gaat neerzitten, dan máák je van je leven een hel. Het leven gaat gewoon door, tegenslagen of niet. Maak er elke nieuwe dag weer het beste van!
Niemand is perfect, ook ik niet. Door mijn altijd aanwezige eerlijkheid, kan ik er ook weleens iets uitflappen dat voor een ander confronterend is. Maar diegenen die me kennen, zullen weten dat ik het altijd goed bedoel of een geintje maak. Ik heb altijd de behoefte gevoeld om mensen gelukkig te zien. Dan voel ik me ook blij. Dat is een levensbehoefte. Zijn mensen alleen maar negatief, dan kan ik daar last van hebben. Zeker als ze er geen moeite voor doen weer te reiken naar het positieve. Ja, er is moed en kracht voor nodig en mijn inziens is er áltijd iets waardoor je weer blij wordt. Er komt altijd weer een morgen, een nieuwe dag, die er compleet anders uit kan zien!
Reactie plaatsen
Reacties