Nou, daar stónd ik dan weer! Zónder werk! Tjonge, kon ik wéér gaan zoeken. Dat vond ik 10 keer zo erg dan werken. Mijn hand ophouden voor WW, alhoewel je er natuurlijk wel recht op hebt. Maar wat je dáár allemaal voor moest doen!! Pff... Een ramp vond ik het. Álles, maar dan ook álles moeten ze van je weten en hebben. Plús de hele papierwinkel die je ervan hebt. Of liever gezegd hád. Nu is dat natuurlijk niet meer zo. Maar tóen... Hópeloos werd je ervan. Binnen de kortste keren had je een stapel sollicitatiebrieven waar je ú tegen zei, maar wérk? Hó maar!
Tot ik op een dag een briefje kreeg van het UWV. Een vacature bij een fournituren bedrijf. Was gelukkig ook niet zo heel ver weg, maar te ver voor op de fiets. Dat was wel weer jammer. Ik schreef een brief en een week later zat ik weer op gesprek. Wel weer heel kleinschalig, maar een bedrijf voor paarden- een hondenvoer en alles wat met dieren te maken had, vond ik toch wel érg leuk. Het ging wel om een administratieve baan, maar er kwamen ook klanten aan de balie. Het gesprek ging vlotjes, maar toen hij vroeg of ik een diploma boekhouden had, moest ik dat natuurlijk ontkennen. Ik had dan wel mavo gedaan, maar handelsrekenen was nooit écht mijn sterkste vak geweest. Trouwens, alles ging tóch via de computer tegenwoordig en daar had ik behoorlijk wat ervaring mee opgedaan. Moest geen probleem zijn toch? Tóch kon ik de volgende dag beginnen, voor 2 hele en 2 halve dagen. Perfect!!
Er waren buiten mij, nog 3 mensen in de zaak. De man die me aangenomen had, zijn moeder die al aardig op leeftijd was en nog een oudere man. Nou niet echt een koppel waar je lol mee kon hebben. Dát zat er jammer genoeg niet in. Maar goed, het werk vond ik altijd wel leuk, dat maakte ook weer wat goed, maar een paar leuke collega's vond ik ook geen overbodige luxe. Zucht... Het kon niet altijd meezitten.
Ik werkte er net 2 weken, toen zich iets vreemds voordeed. Er kwam een man op bezoek die werd voorgesteld als de boekhouder... Weard... Ik dacht dat zijn moeder dat altijd deed. En er werd me ook langzamerhand bijgebracht dat het de bedoeling was, dat de oude dame zich in de loop van de tijd steeds meer zou gaan terugtrekken en ik het van haar zou gaan overnemen. De man gaf me een hand en leek me volgens mijn gevoel taxerend op te nemen. Ik trok mijn wenkbrauwen op, toen hij zich niet direct weer omdraaide na onze handdruk. Alsof hij iets wilde zeggen, maar daar bij nader inzien vanaf zag.
Ik vergat het en ging verder met mijn werk, toen hij halverwege de middag weer bij me kwam staan. 'Heb jij eigenlijk een diploma boekhouden?' vroeg hij zichtbaar ongemakkelijk. Ik moet hem met een verwarde blik hebben aangekeken, voordat ik reageerde. 'Nee, dat weten ze hier. Ik weet alles uit ervaring...' Ik zag hem bedenkelijk knikken en liep daarna weg. Wat was er aan de hand? Waarom vroeg hij dat? Ze hebben me hier toch zélf aangenomen? Moet de bóekhouder zich er nu mee gaan bemoeien? Bah! Het zinde me totaal niet.
Op het moment dat ik diezelfde middag de computer afsloot, had ik mijn werkgever al een paar keer voorbij zien lopen. Duidelijk niet op zijn gemak. Hij had ook een rood hoofd zag ik en slaakte een diepe zucht. ik pakte mijn tas en wenste mijn collega's een prettige avond. Pakte mijn jas van de kapstok en schrok toen hij plotseling voor me stond. Zénuwachtig!! Dát was wat ik die middag op zijn gezicht had gezien. Hij was ergens nervéus over. 'Wil je even met me meelopen?' vroeg hij met zijn gezicht afgewend en ik liep achter hem aan een ander kantoor binnen.
'Krijg ik strafpunten?' vroeg ik nog met een gekke bek... en het leek of ie nu nóg nerveuzer werd. Ik had tot nu toe nog nooit een onzekere werkgever meegemaakt, maar deze wist duidelijk niet waar hij het zoeken moest. 'Tja...' begon hij net zo nerveus als hij er uitzag. 'Ik kan je bijna niet vertellen hoeveel moeite ik hiermee heb... Maar de boekhouder vindt het werkelijk noodzakelijk dat er hier iemand moet zitten met een boekhouddiploma...' 'Dat méén je niet?' reageerde ik hoogst verbaasd en keek hem aan of ik het in Keulen hoorde donderen. 'Daar hebben we het toch over gehád. Ik ben daar ook eerlijk over geweest, dat wéét je!' 'Dus nu kan ik het veld ruimen voor iemand die je nog niet eens hébt en waarvoor je éigenlijk die boekhouder hebt. Er hoeven hier toch geen 2 boekhouders rond te lopen? Ik zorg dat ik hem alles aanlever en hij rondt het af...' 'Tja... Zo dacht ik eigenlijk ook... Ik vind het ook zó vervelend... Je werk is prima... Je bent een gezellige meid. Écht een aanwinst hier,' lachte hij nu, maar keek daarna meteen weer spijtig. 'Mijn moeder wordt oud en zij wil zich straks helemaal terug gaan trekken, dus zou alles op jou neer gaan komen...' 'Én die boekhouder die je hebt! Want wáárom zou je die dan eigenlijk hébben als je moeder dat nu allemaal doet? Als er dan tóch nog een échte boekhouder aan te pas moet komen, hoef ík toch geen diploma te hebben?' 'Zoals ik al zei, vind ik het écht heel vervelend, dat ik je daarom moet laten gaan... Maar de boekhouder...' Ik liet hem niet meer uitpraten. Ik was het er zó niet mee eens. Had ie zich dat niet eerder kunnen bedenken voordat ie me had aangenomen?
Ik stond op en schoof de stoel weer onder de tafel. Ik gaf hem resoluut een hand en zei: 'Laat maar, het is me duidelijk! Ik dacht dat jij mijn werkgever was en níet die boekhouder! Het ga je goed...' Ik draaide me om en liep het kantoor uit, rechtstreeks door naar buiten. Ik verrekte het zelfs de moeder en de andere man gedag te gaan zeggen. Buiten het feit dat ik het rot vond voor mezelf dat ik na 2 weken al weer op straat stond, had ik tóch met de man te doen. Blijkbaar was hij te goeiig om een harde zakenman te zijn.
Ik stapte in de auto met zijn gezicht nog op mijn netvlies en er brak een glimlach bij me door, toen ik dacht aan de jongensachtige schaamte, die zijn rol als werkgever totaal teniet deed...
Reactie plaatsen
Reacties