Klinkt alsof er een bom ontploft nietwaar?
Maar wát als het nou iemand is die je erg dierbaar is? Én oud?
Er ging een schok door me heen toen ik in de deuropening stond. Mijn eens zo sterke vader, die op 80-jarige leeftijd nog bij me aan het behangen was. Als een slangenmens onder de trap, om de laatste stukjes tegen de plinten te plakken.
Ik kon me niet eens bewegen. Het beeld dat ik zag, bevroor op mijn netvlies. Hangend in een rolstoel. Met gesloten ogen. Terwijl hij zijwaarts bijna over de leuning helde, probeerde hij het kinderbekertje met gaatjestuit, gevuld met sinaasappelsap, naar zijn mond te brengen. Ik zag hoe het gele vocht niet zijn mond bereikte, maar in stralen langs zijn overhemd sijpelde. Hij scheen het niet te merken, want zijn arm viel weer naar beneden. Platgespoten... Ik voelde me misselijk worden. Ik draaide me om en liep rechtstreeks door naar de zusterspost.
'Wat hebben jullie met mijn vader gedaan?' vroeg ik onthutst. Er kwam meteen een wat oudere zuster naar me toe, die me zachtjes bij mijn arm pakte en me mee naar de gang loodste.
'We hebben uw vader een kalmeringsmiddel moeten geven, omdat hij alle slangen er tot bloedens toe uit bleef trekken. Mijn mond viel open en ik had voor een kort moment het idee dat ik een geestesverschijning zag. 'En u dacht... laat ik hem eens even temmen! Bent u gek geworden of zo? Wat denkt u dat het betekent, dat ie dat doet? Voor u is hij een nummer, een lastige patiënt, maar het is míjn vader! Ik kén hem! Als ie dat soort dingen onderneemt, wil dat zeggen dat ie het genoeg vindt! Laat hem met rust!' beet ik haar gefrustreerd toe. 'Maar dat kan niet mevrouw. We moeten de aanwijzingen uit het dossier opvolgen,' sprak ze hautain. 'En wat zíjn die aanwijzingen dan?' vroeg ik nu rustig, terwijl ik haar recht aankeek. 'Dat een 77-jarige man hier opgenomen is voor revalidatie'.
Mijn emoties vochten elkaar de tent uit. Ik wist niet of ik moest lachen om zoiets verschrikkelijk stoms of huilen om de ironie. Ik kon niet voorkomen dat er een brok in mijn keel kwam, maar schoot toch uit mijn slof. 'Een 88-jarige man zult u bedoelen, die een hersenbloeding heeft gehad... half verlamd is en niet meer kan praten! Vóór die tijd kon hij al bijna niet meer lopen!' 'Maar we moeten toch...' 'Jullie moeten níks! Als hij niet wíl, laat hem dan met rust! Ik wil dat ie meteen wordt teruggebracht naar bed.' 'We zullen straks als...' 'Nee, ik blijf net zo lang tot ie weer in bed ligt...'
Ik moet een onverzettelijke blik hebben gehad, want ze draaide zich met een boze blik om. Ik volgde haar net zo lang tot ik naast zijn bed kon gaan zitten. Zijn goeie hand bewoog langzaam naar me toe. Ik pakte hem en kneep erin. Hij kon dan niet praten, maar verder had hij nog alles op een rijtje.
'Pap...? Je hoeft alleen maar met je hoofd te knikken als ik je wat vraag oké?' En de eerste knik volgde. 'Je wilt niet meer hè?' Ik zag hem met zijn hoofd schudden, terwijl hij zijn ogen gesloten hield. Ik slikte voordat ik de volgende vraag stelde en ik voelde een traan langs mijn wang lopen. 'Wil je... Wil je dood...? Ik hield onbewust mijn adem in, maar wist wat hij zou doen. Ik zag de nadrukkelijke knik van zijn hoofd en zijn vastberaden uitdrukking. 'Wil je niet meer revalideren... pap?' Ik zag zijn ogen opengaan, zijn goeie hand draaide hij om, zodat zijn handpalm naar boven wees en bewoog hem afwijzend langs zijn lichaam. Zijn gezichtsuitdrukking, tenminste... de helft ervan, verontwaardigd. 'Ik begrijp het pap...'
Hij blééf de 2 daaropvolgende weken zijn sondevoeding , zijn catheter, zijn infuus eruit trekken, zodat hij niets meer binnenkreeg. Nét zo lang tot de dood intrad...
Wat zou jóuw wens zijn geweest, als het jóuw vader was?
Zie mijn boek 'Ik sterf nog liever als een hond'.
Reactie plaatsen
Reacties